10 mei 2011

Meeuwen zijn best groot





Een dagje naar Scheveningen op zondag. Een heel lange tijd geleden dat ik de échte zee heb gezien en niet een slap aftreksel hier tien minuten vandaan. Pietje voorspelde niet veel goeds, maar gelukkig werden we op een paar kleine regendruppels na niet geteisterd door hevige regenbuien. Die bewaarde de lucht voor de volgende dag. 

Het voorstel van mijn pa werd beargumenteerd doordat er 'veel mooie zandsculpturen' op het strand zouden staan. Het waren er drie. Nu was dit niet de voornaamste reden dat we naar het strand zouden gaan, zee is immers gewoon fijn, maar het was toch jammer. Ik kan ook zeggen dat er wél drie zandsculpturen stonden want tja, ik heb er nog nooit één gezien dus alles is meegenomen, toch? 

Na de boulevard afgewandeld te zijn viel het me op dat er bijna niemand in de zee zwom. Na m'n handdoekje neergelegd te hebben besloot ik mezelf dan ook maar op te offeren om wel de zee in te gaan. Met de gedachte 'als die vent daar het kan, kan ik het ook' liep ik langzaam de zee in. Erg langzaam want het was écht heel erg koud. Uiteindelijk verzamelde ik de moed om tot en met mijn schouders in het water te gaan en sleurde ik mijn moeder er ook mee in. Wat voelde ik me toen stoer. 

Toen ik naar de bungeejumpende mensen keek voelde ik me iets minder stoer, maar ik was lekker in het water geweest en zij bleven er maar boven bungelen, dus in zekere zin was ik toch wel stoer. 

Verbrand op de plekken waar ik net niet bij kon (er staan vingerafdrukken op mijn rug. 'Kan dat?' Ja dat kan) en zelfs een ieniemienie beetje bruiner geworden gingen we in de auto weer naar huis. Het was een top dag en om hem toch nog een beetje te verlengen schoof ik de studieboeken nog eventjes aan de kant. Die komen morgen wel weer aan de beurt. 

PS; hierbij is er weer één keer zwemmen van mijn lijstje af. :) 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten